Waarom suïcide nog altijd een taboe is?
Het onuitgesproken woord: de vraag die blijft hangen.
Ik stel mezelf de vraag ‘waarom is suïcide een taboe’ niet alleen, ik schreeuw hem hardop, al is het vaak alleen maar in mijn hoofd. Het is een vraag die blijft knagen, een raadsel dat ik tot op de dag van vandaag niet heb kunnen oplossen. Hoe kan het dat een onderwerp dat zo schrijnend, zo actueel en zo diep menselijk is, nog steeds zo ver in de schaduw van de taboesfeer wordt geduwd? Het lijkt wel alsof we collectief afspreken er niet over te praten, terwijl zo velen van ons in stilte worstelen.
Die stilte ken ik maar al te goed. Ik heb dit van dichtbij meegemaakt, die verstikkende sfeer waarin gedachten over de dood rondspoken als onwelkome geesten. En het meest pijnlijke daaraan was het besef dat ik er met bijna niemand over kon spreken. Mijn wereld was al zo verschrompeld tot een klein, beklemmend plekje. Mijn vertrouwen was gesneuveld. En dan die allesverzengende schaamte, die mij bij de keel greep bij alleen al de gedachte aan wat ik voelde. Het was de ultieme kwetsbaarheid, en ik was doodsbang om die te tonen. Ik nam mezelf al zo lang niet meer serieus, dus wie zou mij dan wel serieus nemen? Bij de herinnering aan die tijd bekruipt mij nog altijd dat diep ongemakkelijke gevoel, alsof ik iets verkeerds deed door er überhaupt te zijn.
De paradox is pijnlijk: het moment waarop je het hardst behoefte hebt aan verbinding, aan een luisterend oor, aan bevestiging dat je gevoelens er mogen zijn, is precies het moment waarop het maatschappelijke taboe de grootste muur optrekt.
De duistere krachten achter de stilte: schaamte en Oordeel.
Wat voedt dit hardnekkige taboe eigenlijk? Het is een complexe cocktail van culturele, religieuze, historische en psychologische factoren, maar de meest voelbare zijn vaak de schaamte en de angst voor het oordeel.
Suïcide wordt, ondanks alle moderne inzichten, nog te vaak gezien als een keuze of als een fout, in plaats van als het vreselijke eindstation van ondraaglijk psychisch lijden, vaak gelinkt aan complexe stoornissen of levensomstandigheden. De persoon in nood voelt de druk om 'sterk' te zijn, om 'door te zetten'. Als die persoon dan toch de gedachten over zelfdoding ervaart, voelt dat als falen. Falen in het leven, falen in het zijn, falen in het 'normaal' functioneren.
Deze internalisering van schuld creëert een enorme schaamte. Je schaamt je voor je wanhoop. Je schaamt je voor je kwetsbaarheid. Je schaamt je voor het feit dat je het 'niet aankunt'. Deze schaamte isoleert. Het fluistert je in dat je de enige bent die dit voelt, dat het een geheim is dat je ten koste van alles moet bewaren. Dit is de dodelijke spiraal van het taboe: het dwingt de lijdende persoon tot stilte, waardoor de nood alleen maar toeneemt en de kans op hulp en begrip afneemt.
Aan de andere kant staat de maatschappelijke angst. Mensen weten niet hoe ze moeten reageren. Ze zijn bang het 'verkeerde' te zeggen, bang om de ander op ideeën te brengen (een hardnekkige mythe die professionele hulpverleners al lang ontkrachten), of simpelweg bang voor de intensiteit van de pijn. Die angst leidt tot vermijding, tot het snel van onderwerp wisselen, of erger nog, tot het minimaliseren van de gevoelens. Dit ongemak van de omgeving bevestigt voor de lijdende persoon het gevoel dat hun pijn te groot, te zwaar of te ongepast is. En zo wordt de muur van het taboe steeds hoger opgetrokken.
Verloren in de depressie: meer dan alleen de gedachten.
Het is cruciaal om te begrijpen dat de gedachten aan zelfmoord vaak slechts het meest extreme symptoom zijn van een onderliggend, allesverslindend lijden. Laten we de depressie zelf, en het gevoel van verloren zijn, niet vergeten.
Als je jezelf verloren voelt, als je niet meer weet wat je met jezelf aan moet, is de wereld al onherkenbaar geworden. Alles wat je probeert om weer grip te krijgen, lijkt te mislukken. De energie om te vechten is op, en het gevoel van nutteloosheid is overweldigend. Dit is het terrein van de diepe, zwarte depressie – een toestand van emotionele en fysieke uitputting die bijna niet te beschrijven is aan iemand die het niet heeft ervaren.
Bovenop dit fundament van wanhoop en leegte komen dan de suïcidale gedachten. Ze zijn vaak geen 'wens om dood te zijn', maar een wanhopige poging om de ondraaglijke pijn te stoppen. En dan komt de harde landing: je zoekt hulp, je zoekt begrip, je zoekt een hand die je vastpakt, maar je stuit op die onzichtbare muur van ongemak en stilte. Het is teleurstellend, eenzaam en verergert het gevoel van waardeloosheid. Je bent al aan het vechten tegen de donkerste delen van jezelf, en dan moet je ook nog vechten tegen de onwil van de buitenwereld om je te zien. Dat doet iets met een mens.
De zoektocht naar woorden: licht in de schaduw.
Ondanks de teleurstelling en de ongemakkelijke waarheid dat ik nooit een eenduidig antwoord heb gevonden op de vraag ‘waarom’, is de zoektocht zelf niet voor niets geweest. Want als de buitenwereld zwijgt, moet de stem van binnenuit worden gevonden.
Ik zocht een uitlaatklep, een manier om het onuitsprekelijke toch te communiceren. Dit leidde tot het schrijven, tot het destilleren van die rauwe emoties in poëzie. Mijn dichtbundel, met de veelzeggende titel ‘de paradox van schreeuwen in stilte’, was de belichaming van die noodzaak. Het was mijn poging om het taboe te omzeilen, om de lezer direct in de ziel te laten kijken van iemand die worstelt met deze gedachten. Het sturen van dit werk naar een uitgeverij zoals Boekscout was een daad van moed; het was het doorbreken van mijn eigen stilte en het publiekelijk erkennen van mijn kwetsbaarheid.
Die weg is niet gestopt. Tot op de dag van vandaag blijf ik via social media kanalen, zoals Facebook en Instagram, woorden proberen te geven aan wat zo moeilijk te vatten is. Elke dag opnieuw zie ik de impact van deze openheid. Ik bereik mooie mensen, mensen die zichzelf herkennen in de regels, mensen die zich minder alleen voelen. Mijn boek is nog altijd een baken voor velen die met zichzelf in de knoop zitten. Ik blijf schrijven, ik blijf publiceren, in de hoop anderen de taal te geven voor hun eigen, nog onuitgesproken lijden.
De kracht van begrip: naar een taboeloze toekomst.
De ultieme wens, de drijfveer achter al het schrijven en delen, is dat het taboe op enig moment doorbroken kan worden. En dat dit gebeurt omdat mijn woorden de wereld vertellen wat het doet met een mens om in die stilte te lijden.
Het gaat niet alleen om praten; het gaat om de fundamentele menselijke behoefte aan begrip, erkenning en gezien worden.
Begrip betekent niet dat je de pijn overneemt, maar dat je erkent dat de pijn echt is. Erkenning betekent dat je de worsteling van de ander valideert, dat je zegt: "Ik zie dat je het moeilijk hebt, en dat mag." En gezien worden betekent dat je niet wegdraait, maar blijft staan, dat je een menselijke handreiking doet.
Zonder deze drie elementen blijft het taboe bestaan en blijft de geïsoleerde persoon zich schamen en terugtrekken. Mijn werk, of het nu mijn gedichten zijn, mijn dichtbundel, of de blogs die ik schrijf, is een continue smeekbede om die menselijke verbinding te herstellen. Het is een uitnodiging om verder te kijken dan het enge woord 'suïcide' en de menselijke ziel erachter te zien.
Laten we samen die onzichtbare muur afbreken. Lees de gedichten, lees de blogs, en vooral: durf te luisteren. Durf het ongemak te omarmen, want alleen in de openheid en het mededogen kunnen we degenen bereiken die zich op de donkerste plek bevinden. Alleen dan kunnen we het taboe transformeren in een brug van hoop en verbinding. Het is een lange weg, maar elke gedeelde zin is een stap in de goede richting.

Blijf op de hoogte ...
Meer door mij geschreven ...








